Gezond makende leer
Lezen: Titus 2
Tekst: Titus 2:1
Zingen: Psalm 19: 3, 5

Er zijn nogal wat mensen die de leer niet belangrijk vinden. Ze zeggen dat het aankomt op het léven, niet op de leer. Met ,,de leer’’ is dan de goede leer van de Schrift bedoeld; verkeerder leringen zij wél bijzonder in trek. Het maken van een tegenstelling tussen leer en leven is echter in strijd met de Bijbel en heeft funeste gevolgen. We moeten ook nooit vanuit die tegenstelling spreken. In Titus 2:1 is er sprake van ,,de gezonde leer’’.  ,,Gezond’’ betekend: gezond makend, sanerend. De leer van Christus is krachtig. Ze verandert het leven radicaal. Paulus schrijft daarover veel in deze brief. Vroeger waren ook wij  verdwaasd, 3:3. We leefden in boosheid en haat, hatelijk en elkander hatende. Maar door de goede leer werd dat anders. We werden gered door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de Heilige Geest, 3:5.

We bleven niet goddeloos leven, maar we werden godvruchtig, vriendelijk, zachtmoedig. Christus Jezus heeft zich immers voor ons gegeven om ons vrij te maken van alle ongerechtigheid. Hij reinigt zich een eigen volk, dat ijverig is in goede werken, 2:14. Hij doet dat door zijn onderwijs, zijn leer. In hoofdstuk 2 wijst Paulus aan hoe oude mannen en vrouwen, jongen vrouwen en mannen, slaven, naar de wil van de Here moeten leven. Dat nieuwe leven is noodzakelijk met oog op de buitenwacht. Men moet naar de wil van God leven opdat het Woord Gods niet gelasterd wordt. Het moe zo zijn dat de tegenstander, zot zijn beschaming, niet ongunstigs kan zeggen. De trouw van de slaven moet de leer van God, onze Heiland, in alles tot eer strekken.

Titus moet uitkomen voor hetgeen met de gezond makende leer strookt. Daarom moet hij de joodse fabels, het leeg gepraat, de dwaze vragen, de strijd over de wet, afwijzen. Want juist door het afwijken van de gezonde leer loopt het mis in het leven.

De conclusies liggen nu voor de hand. De schriftuurlijke leer saneert het leven, in het gezin, in het huwelijk, in de maatschappij, en overal. Als het in het leven niet goed is, ligt dat nooit aan de goede leer maar het afwijken daarvan. De eigenwijsheid der mensen werpt kwade vruchten af. Alleen van de leer van Christus is sanering van het leven te verwachten. Dat moet in de kerk blijken. Omgekeerd moet uit ons leven te zien zijn dat we een goede leer hebben. een slordig leven, niet naar de Schrift, komt uit een afwijken van de gezond makende leer. Zo’n leven strekt God, onze Heiland, niet tot eer. In leer en leven gaat het om des Heren eer!

 

Deze Schriftoverdenking is genomen uit het boek “Van boek tot boek, van dag tot dag”, onder redactie van ds. D. Vreugdenhil en uitgegeven bij J. Boersma te Enschede in 1979. Deze Schriftoverdenking is van de hand van ds. J.M. Goedhart.