Op de tweesprong
Lezen: Jozua 24:14-15
Zingen: Psalm 40:4

Bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen. Dat was reeds het geval met Kaleb die op bejaarde leeftijd zich opmaakte om in de zware strijd die hij ook in de kracht van zijn leven zocht zich te verlaten op de hulp niet van het ,,leger des heils’’, Israël als Gods aardse legermacht, maar op de God des heils. En ook Jozua had zich ingezet om de inzettingen van Mozes te realiseren. En ze hebben als voorganger en volk de belofte mogen beërven, het van vijanden gezuiverde gebied mogen ontvangen. Maar dan gaat ook Jozua aan het eind van zijn leven tonen wat ze aan hem hebben als dienaar van Mozes.
 
Want zijn optreden brengt Israël niet alleen tot de vervulling van Mozes’ bepalingen en Gods beloften, maar hij wil ook voortdurend doordringen tot het hart van het volk, opdat ze zich met hun hart geven aan de inzettingen van de Here. Niet om te betuigen hoezeer hij een ,,all-round’’ leider was, maar om zijn zorg voor het volk wil hij zijn taak zó afronden dat Israël zich opnieuw aan de Here verbindt.
 
De beide laatste hoofdstukken vormen de afronding en afsluiting van het boek Jozua, het geestelijk testament van Jozua. Later zullen vele profeten zo spreken tot heet hart van het volk als Jozua hier blijkens deze beschrijving heeft gedaan.
Hij roept het gehele volk bijeen, dat wil zeggen: hij roept de vertegenwoordigers van het gehele volk bijeen. Door hen zal Jozua’s woord heel het volk bereiken. Want bij de daden die de Here heeft getoond moet nu het woord gesproken worden. daarom treedt Jozua op in de naam van de Here. Niet om zichzelf van een katheder af te doen gelden, maar om de gezindheid in Israël op te wekken de verbondsbevestiging uit Ex. 24:7 te vernieuwen. God had zich aan het volk gegeven en de smaad was Hij niet uit de weg gegaan. Hij had Zichzelf niet gespaard, maar Zich aan het volk gegeven, ook al waren ze een hardnekkig en telkens ontevreden en tegensprekend volk geweest. Nu moet het volk aan Hem hart en handen aanbieden als offer van dankbaarheid. Want de daden van God verdragen geen misverstand. Jozua stelt Israël voor de keus: kiest dan heden wie ge dienen wilt. Daar ligt de strekking, de tendens van Jozua’s verhaal. Hij selecteert uit de verlossende daden Gods, want hij wil hun verantwoordelijkheid aan allen voor ogen stellen. Want na al zin werken, roept Hij om trouw in dankbaarheidsdienst.

 

Deze Schriftoverdenking is genomen uit het boek “Van boek tot boek, van dag tot dag”, onder redactie van ds. D. Vreugdenhil en uitgegeven bij J. Boersma te Enschede in 1979. Deze Schriftoverdenking is van de hand van ds. J.M. Goedhart.