Opleving
Lezen: 1 Thessalonicenzen 1 en 3
Tekst: 1 Thessalonicenzen 3: 8
Zingen: Psalm 122: 1
 
Paulus gekomen uit Filippi waar geselslagen en gevangenschap zijn deel waren, heeft in Thessalonika maar drie weken gepredikt. Toen bestormde een door de Joden opgehitste menigte het huis van Jason die de apostel onderdak had verleend. Ondanks een felle demonstratie voor het gebouw van de autoriteiten werd Jason vrijgelaten, maar de tot geloof gekomen broeders vonden het toch beter dat Paulus en Silas vertrokken.
 
De apostel kwam te Berea, te Athene waar hij met schimpscheuten en sarcasme overleden werd, en reisde vervolgens naar Korinthe. Inmiddels had hij Timotheüs naar Thessalonika teruggestuurd. Hij wilde weten hoe het met de gemeente ging. Nu, in Korinthe mocht de man wiens rug vergroeid was door geselslagen, aan wiens polsen de littekenen van de boeien te zien waren, de man die met ,,vrees en beven’’ in Korinthe gearriveerd was, weer opleven. Timotheüs kwam uit Thessalonika terug met goed nieuws, met een ,,evangelie’’. Het gaat goed in Thessalonika! Het gaat goed met de kerk daar!
 
Paulus leeft weer op. ,,Want nu leven wij op, als gij staat in de Here’’, 3: 8. Aanstonds schrijft hij een tere brief aan de Thessalonicenzen. Twee hoofdstukken staan vol van de goede dingen die Paulus va Timotheüs vernam. Het evangelie was onder de broeders blijkbaar niet slechts in woorden maar in kracht gekomen. Ze hebben zich bekeerd van de afgoden en verwachten de Zoon van God uit de hemelen. Heerlijk dat ze het woord hebben aangenomen als het Woord van God. Paulus leeft op. Hij grijpt moed. De gemeente in Thessalonika stáát in de Here. Er is strijd genoeg maar de kerk staat pal. Ze bezwijkt niet. O ja, Paulus heeft wel begrepen dat er nog onopgeloste problemen zijn. Er moet ook nog wel vermaand worden. Maar de kerk van Jezus Christus in Thessalonika is niet bezweken. In nood en druk leeft Paulus op als hij hoort dat het met de kérk goed gaat. Hij heeft de Kóning van de kerk lief!
 
Wanneer leeft u op? Als het uzelf goed gaat? Als u promotie maakt? Paulus heeft al zijn persoonlijke noden ondergeschikt gemaakt aan het welzijn van Christus’ kerk. Hij is ongerust geweest. Maar achteraf bekeken was het niet eens nodig. De gemeente stond vast in de Here, in de gemeenschap met Hem, door zijn kracht. De Here heeft de gemeente overeind gehouden. Paulus ziet de Here en zijn werk. Daarom is hij vertroost. Zo leeft hij op. Maar in Nederland zeggen vandaag velen: wat kan mij die kerk schelen? Hoe moet er dan ,,opleving’’ komen?

 

Deze Schriftoverdenking is genomen uit het boek “Van boek tot boek, van dag tot dag”, onder redactie van ds. D. Vreugdenhil en uitgegeven bij J. Boersma te Enschede in 1979. Deze Schriftoverdenking is van de hand van ds. J.M. Goedhart.