Tag Archief van: Geboden

Meditatie over het negende gebod en Efeze 4:17-32

Als er ruzie is, dan gebeurt het snel. “Dat heb ik niet gezegd.” De waarheid wordt meteen bestreden of verdraait. Wat is wel en wat is niet echt gebeurd is dan vaak lastig uit te zoeken. Vandaag is het lastig om de waarheid te achterhalen. In tijden van oorlog zijn vele mensen daar voortdurend mee bezig om de beelden en berichten te verifiëren, om te kijken wat waar is. Bij de verkiezing in Amerika zijn factcheckers continu aan het werk. Vaak zijn die er best handig in, en hebben ze snel boven water of iets wel of niet waar is. Toch blijft het soms wel lastig. In rechtszaken waarin het gaat over grensoverschrijdend, seksueel gedrag bijvoorbeeld. Was de seksuele omgang wel of niet met iemand instemming? Dan is het zomaar het woord van de een tegen het woord van de ander.

Vroeger was het nog veel moeilijker. Toen hadden ze geen camera’s, foto’s, emailberichten. Eén van de weinige dingen waar ze gebruik van konden maken is: getuigen. Iemand die iets zelf had gezien. En zo’n getuige kon dan een schuldige schuldig verklaren of een onschuldige vrijspreken. Maar, dan moet zo’n getuige wel betrouwbaar zijn. Stel dat een valse getuige zei dat hij iemand overspel heeft zien plegen (daar stond de doodstraf op). Dan kon het dus de ander zijn kop kosten!

De HEERE heeft daarom in zijn geboden aangegeven hoe belangrijk het is dat je de waarheid spreekt. Je mag niet vals getuigen tegen de ander. En dat was niet alleen vroeger belangrijk. Ook vandaag is dit nog zó belangrijk. Dat je eerlijk bent. Betrouwbaar in je spreken. De indruk die een ander geeft over jou, kan je maken of breken. Kan je goede naam eer aan doen of te gronde richten. En het is zó gemakkelijk gezegd. Even iets doorvertellen, wat echt is gebeurd. Maar wat echt niet moest worden gezegd. Even net iets achterwege laten, om het beeld gunstig te beïnvloeden.

Nee, zegt de Heere. Nee, zegt Paulus. Spreek de waarheid tegen elkaar. Dat is de wil van God (Ef. 4:25). Niet de leugen, want dan sta je in verbinding met de vader van de leugen. Kijk daarvoor uit. Bekeer je, van zonden met de lippen. Maar spreek de waarheid. Wat is dat: de waarheid spreken? Niet de harde waarheid, zodat je alle zonden en narigheid van een ander zo mag doorvertellen. Nee, de waarheid in God en Jezus Christus. De waarheid, die vervuld en omringt wordt door liefde. Door zelfbeheersing. Om tot zegen van de naaste te zijn.

God wil je die kracht geven. Jezus Christus is zelf de Waarheid. Hij ging als Verlosser zijn weg in deze wereld. Hij ging gebukt onder de leugen. Werd vals beschuldigd. Zelfs vals veroordeeld. Hij kwam om te lijden en te sterven, voor onze zonden. En als je de toevlucht neemt tot Hem. Dan wil zijn Geest je leiden, achter Hem aan. Om zo de waarheid te spreken. Uit liefde voor God. En uit liefde voor je naaste.

Vragen ter overweging
1. Is roddelen voor jou een grote verleiding? Waarom wel of niet?
2. Hoe kan je zo spreken, dat je de goede naam van je naaste juist beschermt?

Lezen Efeze 4 (klik hier).

De preek over het negende gebod is helaas niet na te luisteren, vanwege een geluidsstoring.

Meditatie over Jakobus 2:8-13

 

Wat is het oneerlijk als er iemand wordt voorgetrokken. Misschien heb je dat wel eens meegemaakt. In de klas of op sport. Dat een ander altijd de beurt krijgt. Of nooit straf krijgt. Dat heet voortrekken en voelt super gemeen. Helaas gebeurt het wel. In de klas. Maar ook wel ons land. Dat sommigen worden voorgetrokken. En dat anderen juist wordt achtergesteld. Op een oneerlijke manier worden benadeeld. Discriminatie heet het dan. En dat is echt niet goed.

En Jakobus laat zien: in de kerk kan dat ook zomaar gebeuren. Dat je druk bent met jezelf. Je eigen eer. Je positie. En dat je dan iemand voortrekt die veel geld heeft. Of een fijn karakter. Of goede humor. Of een goede positie in de gemeente. Terwijl je een ander met minder geld of minder gaven niet ziet staan. Ja, dat je met een boog om de ander heenloopt. En nooit een keer oversteekt. Nooit een vraag, kaart of appje stuurt. Dan doe je eigenlijk hetzelfde. Dan trek je de een voor en benadeel je de ander. Dat discrimineer je in de kerk van vandaag.

En dat is dubbel verkeerd. Want dan beschadig je niet alleen je naaste. Maar ook de goede naam van God en Koning Jezus Christus. Jakobus wijst naar boven. Hij zegt: u heeft de wet ontvangen van de Koning. En als u buigt voor Hem, weet dat voor wie u buigt. Want Hij is de meest nederige Koning. Hij heeft zelf het grote gebod gegeven: heb God lief boven alles en je naaste als jezelf. Hij heeft zelf het grote gebod helemaal gehoorzaamd. Door zijn naaste lief te hebben. Wie de ander ook is. Een hoogstaande Schriftgeleerde. Of een ongeziene man, een zondares, een tollenaar. Anderen lopen er met een grote boog omheen. Jezus niet. Hij gaat ook naar hen toe. Schenkt hen zijn liefde, aandacht en zorg. Hij is immers de Zoon van God. De Redder van zondaren.

Als je Jezus als de Koning in je leven erkent. Dan sta je allemaal op gelijke hoogte. Dan sta je allen aan de voet van het kruis. En kniel je neer, in aanbidding en ontzag. Ja, er is Eén die hoger is. Die op ons neerkijkt. Dat is Hij, die aan het kruis heeft gehangen. Hij, die heeft overwonnen. Jezus Christus. Christenen hebben helemaal geen reden om zich te verheffen. Ze leven allen van dezelfde genade. Ze leven allen uit hetzelfde wonder.

Daarom is het ook zo erg als je op een ander neerkijkt. Dan doe je de Koning geen recht. Erken je Hem niet als de enige Koning. En zet je zijn wet aan de kant. Ja, eigenlijk ga je dan zelf op de troon zitten. Want jij bepaalt ten diepste bij wie het liefdesgebod wél geldt. En jij bepaalt bij wie het gebod niet geldt. Dan heb jijzelf het laatste woord en ben jij feitelijk koning in je eigen leven. Niet Jezus Christus. Zo erg is het om te discrimineren.

Doe het niet, zegt de Heere door Jakobus. Leef in het gebod van ware vrijheid. Leef in de wet van God. Dat bewaart je voor de afgod van eigen eer en eigen positie. De wet van de Heere zet je in de vrijheid van zijn liefde en zijn trouw. Zo komt het er steeds weer op aan. Om te buigen voor Jezus Christus. Vergeving te vragen voor elke keer dat je zelf hebt gezondigd tegen je naaste en tegen God. Om zo, vanuit zijn vergeving, je naaste broeder en zuster lief te hebben. Niet maar sommigen van hen. Nee, állen. Hoe ga jij vandaag je broeder en zuster uit liefde dienen?

Vragen ter overweging

  1. Herken je het in je eigen gedrag, dat je aan sommige gemeenteleden makkelijker en sneller liefdevolle aandacht en zorg geeft dan aan anderen? Hoe komt dat? Zou dat ook discriminatie zijn? Wat kan je er aan doen?
  2. Hoe kan ware liefde en trouw in de gemeente van Jezus Christus groeien?
  3. Op welke manier kan je het beste bespreken als je zelf het gevoel hebt dat anderen jou negeren of achterstellen?

 

Lezen Jakobus 2 (klik hier).

Klik hier om de preek over Jakobus 2:8-13 te horen (de preek begint bij 36:10).