Tag Archief van: Gemeente

Meditatie over Romeinen 15:4-6

Echt discussiëren met elkaar, dat is knap lastig. Dat je echt goed naar elkaar argumenten luistert. De ander serieus neemt. En probeert in te gaan om wat de ander zegt. Al snel verzand een discussie in ‘ik vind, ik denk, ik voel.’ En dat daarmee ook het laatste woord is gezegd. Want ja, de mening van de ander moet je respecteren toch? Ieder zijn eigen mening. Toch is een christen geroepen om verder te gaan. Een stap dieper te gaan. Natuurlijk mag je op veel vlakken een eigen smaal of mening hebben. Maar als het gaat om zaken van het geloof, dan is dat niet genoeg. Dan zal een christen niet moeten kijken wat hijzelf vindt. Dan moet een christen vragen: wat vindt God? Wat zegt de Heere in zijn Woord. Om daarnaar te luisteren, en daarvoor te buigen.

De kracht en actualiteit van Gods Woord benoemd Paulus in Romeinen 15. De gemeente in Rome heeft last van ruzie en onderlinge verdeeldheid. En Paulus wil hen helpen. Hij laat zien hoe ze met zo’n conflict om moeten gaan. Hij roept hen op elkaar te dragen, te helpen, te steunen (vers 1). En dan wijst hij naar Jezus Christus, die ook niet uit was op eigen belang, maar juist smaad heeft gedragen voor ons – zijn vijanden (vers 3). Dat deed de Heere Jezus in onderworpenheid aan Vaders wil, in gehoorzaamheid aan Gods Woord. En dan zegt Paulus in vers 4, dat dat oude Woord van God ook vandaag nog tot ons spreekt. Wat voorheen is opgeschreven, in het Oude en Nieuwe Testament, dat is voor ons opgeschreven. Tot ons onderwijs. Tot onze lering. Dat Woord is dus niet alleen oud, een boodschap voor mensen van eeuwen terug. Dat Woord is actueel, voor ons vandaag geschreven. God had toen – eeuwen geleden – ook ons al op het oog. God heeft zijn Woord voor ons laten opschrijven, zodat wij ook in onze moderne tijd daar genoeg aan hebben. De Bijbel is het lévende Woord van God. Actueel en krachtig, vól betekenis.

Als je zo buigt voor de Schriften – net als Jezus Christus – dan ontvang je zoveel schatten. Dan is daar kracht waarmee je kan volharden, vertroost wordt en de hoop kan vasthouden. Omringd door zoveel getuigen, door zoveel daden van Gods trouw, dat is bemoedigend. En helpt je verder.

In vers 5 zegt Paulus, dat dat niet alleen uit de Bijbel komt. Maar dat die kracht, troost en hoop bij God vandaan komt. Want de Heere is de God van de volharding en vertroosting. Hij schenkt door zijn Woord kracht en troost en hoop. De Bijbel zelf is dus geen magisch boek. Het is het instrument, het middel dat God gebruikt om kracht en troost uit te delen. Het komt wel via de Bijbel. Maar de Bijbel is niet een magische toverstaf, waar je kracht uit put. Nee, die kracht komt bij God vandaan. Het is daarom ook belangrijk om Bijbellezen samen te laten gaan met bidden. Vragen om Gods kracht, zijn Geest, om de opening van Gods Woord. Zodat je mag lezen en verstaan. Zodat je mag begrijpen en gesterkt worden.

Alleen in deze weg van: samen buigen voor Gods Woord, is de goede weg voor een verdeelde gemeente, zoals in Rome. Dan zijn echt niet alle meningsverschillen verdampt. Nee, je mag anders over bepaalde zaken denken. Zelfs over belangrijke zaken, zoals het al of niet eten van offervlees. Maar als je maar samen buigt voor God, samen gelooft in één Heere, samen deelt in de ene Geest. Samen dient in het ene Koninkrijk.

Dan wil God dat zegenen. Ja, dan is het tot zijn eer. Zodat uit de mond van ál zijn kinderen – hoe verschillend ze ook zijn en hoe verschillend ze ook kunnen denken – alle eer aan God toekomt.

 

Vragen ter overweging

  1. Kan je een voorbeeld noemen van een Bijbelverhaal wat jou in het bijzonder sterkt, bemoedigd of vertroost?
  2. Wat helpt jou om trouw te zijn in het lezen van de Bijbel?
  3. Merk je dat God echt door zijn Woord tot jou spreekt, ook vandaag?
  4. Kan je onderwerpen noemen, die wel belangrijk zijn, en waar je toch van mening over kan verschillen in de kerk?

Lezen Romeinen 15 (klik hier).

Klik hier om de preek over Romeinen 15:4-6 te horen (de preek begint bij 43:50).

Meditatie over Jakobus 2:8-13

 

Wat is het oneerlijk als er iemand wordt voorgetrokken. Misschien heb je dat wel eens meegemaakt. In de klas of op sport. Dat een ander altijd de beurt krijgt. Of nooit straf krijgt. Dat heet voortrekken en voelt super gemeen. Helaas gebeurt het wel. In de klas. Maar ook wel ons land. Dat sommigen worden voorgetrokken. En dat anderen juist wordt achtergesteld. Op een oneerlijke manier worden benadeeld. Discriminatie heet het dan. En dat is echt niet goed.

En Jakobus laat zien: in de kerk kan dat ook zomaar gebeuren. Dat je druk bent met jezelf. Je eigen eer. Je positie. En dat je dan iemand voortrekt die veel geld heeft. Of een fijn karakter. Of goede humor. Of een goede positie in de gemeente. Terwijl je een ander met minder geld of minder gaven niet ziet staan. Ja, dat je met een boog om de ander heenloopt. En nooit een keer oversteekt. Nooit een vraag, kaart of appje stuurt. Dan doe je eigenlijk hetzelfde. Dan trek je de een voor en benadeel je de ander. Dat discrimineer je in de kerk van vandaag.

En dat is dubbel verkeerd. Want dan beschadig je niet alleen je naaste. Maar ook de goede naam van God en Koning Jezus Christus. Jakobus wijst naar boven. Hij zegt: u heeft de wet ontvangen van de Koning. En als u buigt voor Hem, weet dat voor wie u buigt. Want Hij is de meest nederige Koning. Hij heeft zelf het grote gebod gegeven: heb God lief boven alles en je naaste als jezelf. Hij heeft zelf het grote gebod helemaal gehoorzaamd. Door zijn naaste lief te hebben. Wie de ander ook is. Een hoogstaande Schriftgeleerde. Of een ongeziene man, een zondares, een tollenaar. Anderen lopen er met een grote boog omheen. Jezus niet. Hij gaat ook naar hen toe. Schenkt hen zijn liefde, aandacht en zorg. Hij is immers de Zoon van God. De Redder van zondaren.

Als je Jezus als de Koning in je leven erkent. Dan sta je allemaal op gelijke hoogte. Dan sta je allen aan de voet van het kruis. En kniel je neer, in aanbidding en ontzag. Ja, er is Eén die hoger is. Die op ons neerkijkt. Dat is Hij, die aan het kruis heeft gehangen. Hij, die heeft overwonnen. Jezus Christus. Christenen hebben helemaal geen reden om zich te verheffen. Ze leven allen van dezelfde genade. Ze leven allen uit hetzelfde wonder.

Daarom is het ook zo erg als je op een ander neerkijkt. Dan doe je de Koning geen recht. Erken je Hem niet als de enige Koning. En zet je zijn wet aan de kant. Ja, eigenlijk ga je dan zelf op de troon zitten. Want jij bepaalt ten diepste bij wie het liefdesgebod wél geldt. En jij bepaalt bij wie het gebod niet geldt. Dan heb jijzelf het laatste woord en ben jij feitelijk koning in je eigen leven. Niet Jezus Christus. Zo erg is het om te discrimineren.

Doe het niet, zegt de Heere door Jakobus. Leef in het gebod van ware vrijheid. Leef in de wet van God. Dat bewaart je voor de afgod van eigen eer en eigen positie. De wet van de Heere zet je in de vrijheid van zijn liefde en zijn trouw. Zo komt het er steeds weer op aan. Om te buigen voor Jezus Christus. Vergeving te vragen voor elke keer dat je zelf hebt gezondigd tegen je naaste en tegen God. Om zo, vanuit zijn vergeving, je naaste broeder en zuster lief te hebben. Niet maar sommigen van hen. Nee, állen. Hoe ga jij vandaag je broeder en zuster uit liefde dienen?

Vragen ter overweging

  1. Herken je het in je eigen gedrag, dat je aan sommige gemeenteleden makkelijker en sneller liefdevolle aandacht en zorg geeft dan aan anderen? Hoe komt dat? Zou dat ook discriminatie zijn? Wat kan je er aan doen?
  2. Hoe kan ware liefde en trouw in de gemeente van Jezus Christus groeien?
  3. Op welke manier kan je het beste bespreken als je zelf het gevoel hebt dat anderen jou negeren of achterstellen?

 

Lezen Jakobus 2 (klik hier).

Klik hier om de preek over Jakobus 2:8-13 te horen (de preek begint bij 36:10).