Te midden van de grote wateren
Lezen: Jozua 3:7-17
Zingen: Psalm 106: 2

De intocht in het land dat de Here aan Abraham, Isaäk en Jakob had beloofd, vindt op een bijzonder betekenisvolle wijze plaats. De Here regelt alles tot in de bijzonderheden toe en Jozua voert de bevelen die hij heeft ontvangen ook nauwkeurig uit. Uit vers 17 blijkt dat alles zó gebeurt, als het door de Here was geboden. Tot in de kleinste bijzonderheden, want niet alleen de gebeurtenis zelf, de intocht in het beloofde land door de Jordaan, heeft haar grote betekenis voor Gods volk uit alle eeuwen, maar ook de details zijn niet zonder inhoud. De bijzonderheden zijn maar geen toevallige bijkomstigheden die de overgeslagen zouden kunnen worden in onze aandacht voor hetgeen de Here ons in Zijn Woord ontsluit. Want wanneer daar de doortocht door de Jordaan plaats vindt, grijpt dit het volk aan, dat daar middenin de rivierbedding de priesters onbeweeglijk blijven staan. De beweging in het water rondom hen zal niet verdwenen zijn. Het water dat van , van de bron af kwam, bleef staan: het rees op als een dam, een heel eind van het volk verwijderd. De stad wordt zelfs genoemd waar het water oprees tot een dam: immers bij de stad Adam ,,die bezijden Zarethan ligt’’. En het water naar de zee der Vlakte, de Zoutzee stroomde weg, volkomen afgesneden van de bron.
 
Terwijl het water tot een hoge dam oprees, stelden zich de priesters op, midden in de rivierbedding, en bleven daar onbeweeglijke staan tot de laatste man de rivier was gepasseerd. God heeft zijn zorg voor allen, ook voor de laatste man. Er heerst geen gejaagde en onrustige stemming, maar zijn priesters zijn het toonbeeld van rust. Voordat zij de vijanden straks tegenover zich zullen vinden – en ook dan trekken de priesters in hun midden rondom de stad Jericho met de ark – zullen ze in Israël het grote wonder aanschouwen van de macht des Heren. Zijn beschermende macht, de Here heeft zijn plannen gereed en voert deze uit zonder een zweem van opgejaagdheid. In volstrekte rust brengt Hij zijn volk de rust binnen de Hij hen beloofd heeft. Israël moest het met eigen ogen zien, opdat ze een sterk en groot vertrouwen zouden krijgen in déze God. Te midden van de machten der schepping gaat voor hen de almacht van God open, opdat ze niet twijfelen zouden aan hun behoud, en alle kleingeloof zou worden overwonnen alle eeuwen door. Want bij God zijn alle dingen mogelijk. Hij maakt alles mogelijk om onder zijn hand in grote vreugde en blijdschap te leven vanwege de genade die Hij verleent om vast te staan in geloof middenin de moeiten van het leven.

 

Deze Schriftoverdenking is genomen uit het boek “Van boek tot boek, van dag tot dag”, onder redactie van ds. D. Vreugdenhil en uitgegeven bij J. Boersma te Enschede in 1979. Deze Schriftoverdenking is van de hand van ds. J.M. Goedhart.